Wilhelmus de Winter en Petronella Bouman

 

Wim werd geboren in "de Tienden" en groeide op in de Waterleidingweg (later van Oldenborghweg).

Al op zeer jonge leeftijd toonde hij belangstelling voor alles wat met techniek te maken had. Allerlei afgedankte uurwerken werden door hem gedemonteerd en met wisselend succes weer bruikbaar gemaakt. Ook op muzikaal gebied probeerde hij zich te uiten, onder andere met een mondorgel, blokfluit en trekharmonica. Op latere leeftijd trokken ook nog fotografie en elektronica zijn belangstelling. Ook aan de natuur, planten en dieren, besteedde hij veel van zijn vrije tijd. Toen hij dan ook aan het einde van de tweede wereldoorlog zijn Mulo diploma behaalde en op een laboratorium ging werken waar hij tevens in zijn vrije tijd een analistenopleiding ging volgen, bleek dit een logische keuze. Hij werkte met veel enthousiasme van zijn 17e tot zijn 60e jaar bij de MEKOG op de analytische afdeling en in de research.

In 1959 trouwde hij met Nel Bouman uit Haarlem.

 

Nel en Wim hadden een gelukkig huwelijk waarin drie zoons werden geboren die allen min of meer in de voetsporen van hun vader traden.

Toen de kinderen het ouderlijk huis hadden verlaten kreeg Nel meer tijd om haar creativiteit te ontplooien. Zij kwam in contact een groepje West-Friese vrouwen uit de Goorn en omgeving om samen hun hobby's uit te oefenen. Hiertoe behoorden onder anderen kalligraferen, kantklossen, het breien van kralentasjes, en het maken van kaarten en kartonnen sierdoosjes. Bij sommige van deze activiteiten werd de hulp van wim ingeroepen om bijvoorbeeld het karton op maat te snijden. Ook maakte hij vaak kopieën voor de andere dames van de meestal dure bouwpakketten die er te koop waren.

 

Na 43 jaar kwam door een ernstige ziekte van Nel hieraan helaas een einde. Zij overleed op 13 mei 2002 aan kanker. De kinderen waren allemaal de deur uit en Wim bleef alleen achter. Na ongeveer een jaar kwam hij langzamerhand de klap te boven door zich met toenemend enthousiasme aan een paar nieuwe hobby's te wijden, te weten wandelen en schilderen. Met deze laatste hobby probeerde hij de door hem geschreven familiegeschiedenis van passende illustraties te voorzien. Ofschoon hij nooit iets met computers te maken wilde hebben liet hij zich op 80-jarige leeftijd toch overhalen om zich daarin te verdiepen. Met enige hulp van zoon Marcel slaagde hij erin om in enkele maanden tijd voldoende kennis en vaardigheid te vergaren met als resultaat een tweetal boekjes.