RADIO EN GRAMMOFOON
De radio bezorgde de mensen de nodige nieuwsvoorziening en ontspanning. Niet alleen werd muziek uitgezonden, ook op andere manieren wist men de mensen te boeien. Heel populair waren de z.g. “Bonte Avonden”, waarop conferenciers en komieken veel mensen wisten te vermaken. Ook hoorspelen, die vaak een heel seizoen duurden, waren erg geliefd bij de luisteraars.
Verder hadden veel mensen een grammofoon, waarmee zij 78-toerenplaten met muziek naar eigen keuze konden draaien. Deze grammofoons waren vierkante houten kasten van ca. 60 X 60 X 30 cm. Hierop bevond zich een draaischijf, die door een aandrijfmechanisme met een sterke veer werd rondgedraaid. De veer kon met een slinger aan de zijkant worden opgewonden. Op de draaischijf kon de grammofoonplaat worden gelegd. Deze werd dan met een snelheid van 78 toeren per minuut rondgedraaid. Op de plaat rustte de toonarm, die met een stalen naaldje de groeven aftastte. Het geluid werd dan zonder elektronische versterking naar een grote hoorn boven op de grammofoon geleid. Op die manier kon men het geluid van de plaat beluisteren. De kwaliteit was echter aanzienlijk slechter dan van de na-oorlogse 33-toerenplaten, die wel elektronisch versterkt werden weergegeven.