HET ONDERWIJS

  

Sinds 1900 was er een Leerplichtwet van kracht die bepaalde, dat alle kinderen vanaf 7 jaar verplicht waren om 6 jaar onderwijs te volgen.

Vóór 1920 was de Openbare Lagere School aan de Relweg in Wijk aan Zee de enige gelegenheid om onderwijs te volgen. 

In de zomer van 1918 werd op initiatief van Duitse Franciscaanse nonnen grond gekocht om een Rooms Katholieke lagere school te stichten. Spoedig daarna werd met de bouw begonnen en op 1 mei 1920 werd de school officiëel in gebruik genomen.

Het onderwijs werd verzorgd door Nederlandse Franciscanessen uit Denekamp. Dezen werden gehuisvest in het inmiddels ook gebouwde Klooster “Maris Stella” aan de Voorstraat. De opening op 1 mei had tot gevolg dat in de volgende jaren de overgang naar een hogere klas steeds op 1 mei plaats vond. Dit was aanvankelijk geen bezwaar omdat vrijwel geen kinderen vervolgonderwijs gingen volgen. Na de lagere school gingen de kinderen aan het werk! 

Toen in het midden van de 30-er jaren steeds meer kinderen verder gingen leren, was deze toestand niet langer houdbaar. Daarom werd besloten om het begin van het nieuwe schooljaar te verschuiven naar 1 september. Daardoor ontstond en betere aansluiting op het vervolgonderwijs.

In die tijd gingen de meeste jongens naar de Ambachtschool in IJmuiden en de meisjes naar de Huishoudschool in Beverwijk. Slechts een kleine minderheid ging naar de MULO  of  HBS.